De blindengeleidehond leert met zo min mogelijk commando’s zijn werk zo zelfstandig mogelijk uit te voeren. Dit maakt hem of haar heel bijzonder!
Een geleidehond die aan het werk is, heeft geleerd allerlei soorten obstakels te vermijden die hij op zijn route tegenkomt. Bij het passeren van obstakels laat de hond voldoende ruimte over voor u , om te voorkomen dat u er tegenaan loopt erover struikelt of valt!
Moet u door een smallere doorgang, dan waarschuwt de hond u hiervoor door het tempo in te houden.
De moeilijkste obstakels zijn de hoogte-obstakels ter hoogte van uw gezicht. Geleidehonden die hier dagelijks mee te maken krijgen omdat u lang bent, behouden deze vaardigheid. Geleidehonden die hier weinig mee te maken krijgen omdat hoogte-obstakels sporadisch voorkomen verliezen deze vaardigheid.
Heel handig voor de gebruiker zijn het op commando uitvoeren van ‘zoekopdrachten’. Hiermee wordt bedoeld het vinden van bijvoorbeeld: oversteekplaats zoals zebra of witte blokken met daarbij de paal met drukknop, stoepen, deuren waarvan men gebruik wil maken, de brievenbus, in en uitgang van winkels, balie in winkels, pinautomaat, in- en uitgang van een station, de trap of lift , in- en uitgang van bus of trein.
Uiteraard moet de hond alles wat gezocht moet worden wel eerst visueel kunnen waarnemen.